Monday, December 27, 2004

De advertentiemarkt is onderwerp van twee (schijnbaar) tegengestelde strategieen: Google vs. John de Mol. Ofwel: core-business vs. zoeken naar een houdbaar business model in de mediawereld.

1. In een Wall Street Journal artikel (abonnement vereist) over gratis content op internet, wordt gezegd: "The first thing Google does after each and every one of its acquisitions is turn a fee service off and make it free". Google's core business is immers het plaatsan van advertenties bij zoekresultaten. Google creeert steeds meer 'inventory' via acquisities om haar klanten (adverteerders) meer mogelijkheden te beiden om te adverteren (meer plaatsen, beter gericht).

2. John de Mol wil schijnbaar een nieuw mediaimperium opbouwen. Hij huurt zendtijdtijd op Nickelodeon (van MTV Networks, onderdeel van Viacom) en wil dit vullen met o.a. voetbal, mogelijk ook Formule 1, reality tv, spelletjes, amusement, drama, comedy. Maar hij wil af van het advertentiemodel en mikt tevens op abonnee-inkomsten. Alleen teren op reclame-inkomsten is volgens De Mol 'ongezond'.


Michael Liedtke van Associated Press zet verschillen tussen Google en Yahoo! op een rij.
Aangevuld:
  • Strategie: Yahoo! wil een bestemming zijn, Google zit primair in de zoekmarkt.
  • Diensten: wat je wel bij Yahoo! vindt en niet bij Google is o.a.: IM, jobs, social networking (dating), broadband access en content (music, gaming, sports)
  • Innovatie: Yahoo! definieert eerst wat mensen willen, Google innoveert primair om nieuwe technologie.
  • R&D: bij Yahoo! in 2003 20% van de operationele kasstroom, bij Google 30%.
  • Sales & marketing: bij Yahoo! 22% van de omzet, bij Google 8%.
  • Advertising: bij Yahoo! ca. 80% van de omzet, bij Google 95%.
  • Werknemers: Yahoo! 7000, Google 2700.
  • Beslissingen: bij Yahoo! van de CEO (Terry Semel), niet van de beide oprichters, bij Google primair bij de oprichters (naast CEO Eric SChmidt).
  • Cross-holdings: Yahoo! heeft nog 5.9 mln aandelen Google.


In de New York Time staat een interessant artikel over de zoekmarkt. IBM spreekt over derde generatie technologie (eerste: keyword matches; tweede: Google-technologie: algorithmic search). Maar de dreiging van IBM voor Google (en Yahoo! en MSN) is nog jaren weg.
Interessant is verder dan IBM nu voor de tweede keer van zich doet spreken in de voorhoede van de zoekmarkt (zie Marvel, post van 17 december).

Friday, December 17, 2004

The status of Video Search (apart from image search options from Yahoo!, Google and MSN):
  • IBM's project, code-named Marvel
  • Singingfish (part of AOL): works on a solution from November 2003, and was bought by AOL subsequently in 2004
  • Yahoo! Video Search: beta version Dec 15, 2004
  • Blinkx: beta version Dec 16, 04
  • Google: planned for 2005
  • MSN: ???
These search engines fill their databases indexing either phonemes from the audio file (Blinkx), the video file (Singingfish) or both (Yahoo!).

Monday, December 13, 2004

Nearing the year's end, we could start asking: what was the stupidest things we've seen.

Let me just kick off this cycle.

KPN/Digitenne not bidding for soccer rights in the Netherlands.
Quite the usual thing to do when you are launching a new platform.
No matter how interim KPN's TV-strategy is, this is really unforgivable.
The money would have been no item whatsoever.

Post items at the below envolop.

Wednesday, December 08, 2004

A short overview of market dynamics in the games business:

  • Is inmiddels groter dan de filmindustrie, wat het bioscoopbezoek betreft.
  • Midway geldt al geruime tijd als overnamekandidaat voor Viacom. Ze willen hun groeiprofiel verbeteren (hun radiotak vertraagt de groei). Er is echter een belangenconflict. Topman Redstone bezit inmiddels driekwart van Midway. EA is waarschijnlijk te duur voor Viacom. En: de waardering van al deze aandelen is aardig opgelopen.
  • De ontwikkeling van games gaat steeds meer op de productie van films lijken: grote budgetten (tientallen miljoenen), lage scoringspercentages, veel nadruk op sequels (zie Halo 2; in de top 10 staan maar pakweg 2 nieuwe games, de rest is sequels). Echt nieuwe 'blockbusters' zijn er bijna niet.
  • VNU is via dochter Nielsen Media Research nauw betrokken bij het meten van het effect van adverteren in games. Reclamegeld vindt steeds minder z'n weg naar tv en steeds meer naar internet en games. Games zijn vooral zo interessant omdat het publiek er goed op reageert en omdat de doelgroep goed gedefinieerd is. Virtuele reclameborden worden door gamers ervaren als bijdragend aan het realiteitsgehalte van de games. En dit verhoogt de scoringskans voor adverteerders. Net als bij films kunnen adverteerders bijdragen aan het marketingbudget voor nieuwe producties. Reclameburaus als WPP en Starcom hebben inmiddels speciale units voor het ontwikkelen van reclamecompagnes gericht op games.
  • De mogelijkheden nemen nog toe wanneer games online gespeeld worden. Dan kunnen de advertenties real-time geplaatst worden en kunnen campagnes direct inspelen op de actualiteit.
  • Er is een flinke correlatie met de console-markt. Games gelden als de winstmakers, terwijl op de consoles verlies wordt geleden. Nintendo (Gameboy, GameCube), Sony (PlayStation, PSP) en Microsoft (Xbox) beheersen deze markt. Prijsverlagingen leiden doorgaans tot koersstijgingen van games providers. De levenscyclus is ongeveer 5 jaar lang. De eerstevolgende golf nieuwe consoles: PSP herfst 04 (US) en voorjaar 05 (Europa), Xbox 'Xenon' eind 2005, nieuwe GameCube 2005/6, PlayStation 3 voorjaar 2006. Innovaties: mobiele toepassing, online, toevoeging van VoIP en messaging, ook over WiFi, combinatie met MP3-speler, DVD-speler, etc. Naar verluid is kerst 2004 het uur van de waarheid voor de N-Gage van Nokia.

Friday, December 03, 2004

Here's a post on the Dutch newspaper market. It's in Dutch, but the obvious conclusions are:
  • shrinking industry, somewhat dissappointing yield, interesting but smaal opportunities for growth
  • very cyclical, investing in it requires good timing
  • internet is the big threat

Some observations:

  • De markt is verdeeld door Telegraaf (de landelijke krant is marktleider; enige regionale titels), Wegener (marktleider in regionale kranten), PCM (landelijke titels; wil te zijner tijd naar de beurs), Parool en de Noordelijke Dagblad Combinatie.
  • De Nederlandse dagbladenmarkt is volwassen. De groei is zeer laag. Het aantal abonnees neemt niet toe, eerder af. Hierdoor moet continu aan kostenbeheersing worden gewerkt.
  • Initiatieven die enige groei moeten brengen zijn (o.a.): (1) zondagskrant (Telegraaf) (2) freesheets a la Spits (Telegraaf; wordt mogelijk ook buiten Nederland geintroduceerd) (3) alternatieve abonnementen (bijv. alleen weekend) (4) overgang op tabloid formaat (Parool) (5) volgens geruchten: een samenvoeging van AD (uit de PCM-stal) en regionale kranten van Wegener, met het AD als eerste katern en de regionale krant als tweede (6) samenvoeging van aangrenzende regionale kranten (bezuinigen op redactie en distributie) (7) publicatie van een tv-gids (plan van Telegraaf, maar afgekeurd door College van Beroep) (8) overtollige cashflows elders investeren: (a) Telegraaf: websites, consumentenbeurzen, tijdschrijften in en buiten Nederland, belangen in Wegener en SBS; (b) Wegener: direct marketing; (c) beide zitten ook in huis-aan-huis bladen; (d) Telegraaf heeft een sterke balans en zou kunnen bijlenen, Wegener werkt eerder aan schuldreductie.
  • De markt is zeer cyclisch vanwege de afhankelijkheid van de advertentie-markt. De prijsoorlog onder supermarkten heeft de kranten goed gedaan (keerzijde: dit zorgt vanaf pakweg 04Q4 voor een moeilijke vergelijkingsbasis).
  • Ook de papierprijs speelt een rol. (Moet niet overdreven worden: in goede tijden neemt het aantal advertenties toe, wat de vraag naar papier opdrijft en dus ook de prijs. Andersom, in tijden van laagconjunctuur wordt geprofiteerd van lage papierprijzen.)
  • Internet is een geduchte bedreiging, vooral voor rubrieksadvertenties (denk aan marktplaats.nl). Internetsites behorend bij dagbladen zijn niet echt succesvol (in het buitenland soms wel). Bedrijven worstelen met de vraag welke content online moet worden gezet en of er geld voor gevraagd kan worden.
  • Metro is succesvol en haalt reclamegeld weg bij alle kranten. Ter verdediging heeft Telegraaf Spits.